Vakantiebestemmingen:

Vakantieoverzicht:

Home

All inclusive

Actieve vakanties

Autoverhuur

Autovakanties

Avontuurlijke vakanties

Busreizen

Creatieve vakanties

Culinaire reizen

Culturele reizen

Fietsvakanties

Excursiereizen

Gezinsvakanties

Golfvakanties

Groepsreizen

Hotels

Jongerenreizen

Kampeervakanties

Kindervakanties

Lastminutes

Natuurreizen

Rondreizen

Sportieve reizen

Stedentrips

Strandvakanties

Treinvakanties

Vakantieparken

Vakantiewoningen

Verre reizen

Vliegtickets

Vliegvakanties

Wandelvakanties

Wintersport

Zonvakanties

Linkpartner worden?

Italië vakantieland

Algemeen
De noordelijke helft van Italië omvat het Italiaanse vasteland en het noordelijke deel van het schiereiland waarop de Apenrijnen zich verheffen. Het uiterste noorden van Italië wordt gedomineerd door de Alpen. In de uitlopers van dit hooggebergte strekken zich fraaie meren uit. Ten noordoosten van het Gardameer liggen de Dolomieten (tot 3300m) in een markant Alpenlandschap. Ten zuiden van de Voor-Alpen begint het vruchtbare laagland, dat grotendeels uit de Po-vlakte bestaat, die naar de langste Italiaanse rivier is genoemd. De Apennijnen verdelen het schiereiland in twee helften. In het westen liggen heuvelrijke bekkenlandschappen tegen de binnenrand van de een grote boog beschrijvende bergketen en aan de oostkant van de Apennijnen wordt het landschap bepaald door bergkammen en rivierdalen, die eindigen in een smal kustgebied. Aan de kust liggen uitgestrekte zandstranden, steile kliffen en rotsbaaien.

In de zuidelijke helft van het Italiaanse schiereiland, dat ver de Middellandse zee in steekt, lopen de Apennijnen door in het zuidelijkste puntje van de laars. De hoogste toppen rijzen op in de verkarste Abruzzen met de Grand Sasso d’Ítalia, die niet minder dan 2912 m hoog is. Ten noorden van de Italiaanse hoofdstad Rome ligt rond het hooggebergte een bekkenrijk heuvelland met verschillende meren, die op de plek van oude vulkaankraters liggen. Op de grotendeels drooggelegde westelijke kustvlakten zijn vooral aan de Golf van Napels en in Calabrië vulkanen aan te treffen. Naast de werkende Vesuvius en Etna zijn er tussen Monte Amiata en Sorrento ook uitgedoofde vulkanen en vulkanische gesteente te vinden. In het oosten worden de hoogvlakten doorsneden door rivieren, die parallel aan elkaar richting de deels smalle kustvlakten lopen. In de hak van de Italiaanse laars strekken zich vlakke landbouwgebieden uit.
Langs de afwisselende kust (vooral voor de westkust liggen veel kleine eilandjes) zijn kilometers lange zandstranden en de fraaiste kliffen te vinden. Bijzonder mooi is de Almalfi-kust met een ruig rotslandschap en een weelderige begroeiing. De langste rivier in het zuiden van Italië is de Tiber (405 km). Aan de overkant van de Straat van Messina ligt het grootste Italiaanse schiereiland Sicilië.
Het noorden van Sicilië wordt gedomineerd door een gebergte, dat richting het zuiden overgaat in een vruchtbaar berg- en heuvelland. De hoogste berg op Sicilië is de in het noordoosten gelegen vulkaan de Etna (3323 m), die met tussenpozen van enkele jaren op spectaculaire wijze uitbarst. Twee andere vulkanen, de eilanden Stromboli en Vulcano.

Italië is niet te evenaren op vakantiegebied. Bergen, heuvels, zee, meren, cultuur: je vindt er werkelijk alles! Dat is dan ook de reden dat veel Italianen in eigen land op vakantie gaan - hetgeen ze massaal doen in de maand augustus. Veel fabrieken, kantoren en instellingen - in kleinere plaatsen geldt dit soms ook voor hotels, restaurants en winkels - zijn dan gesloten en het land puilt uit! De maanden in het voor- en naseizoen zijn niet alleen rustiger maar vaak ook prettiger qua temperatuur.

Taal
De taal in Italië is: Italiaans

Hoofdstad
Rome

Andere grote steden
Milaan (Milano), Turijn (Torino), Genua (Genova), Venetië (Venezia), Florence (Firenze), Bologna, Verona, Napels (Napoli), Ancona, Bari, Messina en Palermo (de hoofdstad van Sicilië).

Klimaat
Het grootste deel van Italië heeft een mediterraan klimaat met warme zomers en zachte winters. De Alpen in het Noorden kennen andere temperaturen dan de gebieden die grenzen aan de Middellandse zee. Door de diverse bergketens, zowel in het noorden, midden als zuiden, kunnen de temperaturen zelfs op korte afstand veel van elkaar verschillen. In grote lijnen is wel te zeggen dat het noorden koude winters kent, en warme, vochtige zomers. De Povlakte, die zich uitstrekt van Piemonte, Lombardia, Emilia-Romagna tot Veneto, kent daarentegen weer droge zomers. Vanaf Toscana zuidwaarts zijn de naar onze maatstaven zomerse temperaturen al vroeg in het jaar te ervaren tot laat in de herfst. De winters zijn mild. Zo kan een stedentrip naar Rome het hele jaar door worden gemaakt; de gemiddeld 7 graden in de winter en 25 in de zomer.

Er zijn twee bekende windstromingen: de Tramontana, een droge noordoostenwind die 's winters midden Italië doorkruist. In de ochtend is deze het sterkste, gemiddeld tot windkracht 8, in de middag zakt deze naar windkracht 4. Het zuiden kent zomers de Sirocco. De hete, vochtige lucht komt uit het zuiden, de Sahara, en is ongeveer 10 graden warmer dan normaal, waardoor de temperatuur kan oplopen tot 45 graden. Reden te meer om met name in het voor- en naseizoen de zuidelijke regioni te bezoeken. De temperatuur is dan aangenamer en er zijn veel minder toeristen op de been. Bovendien staat in het voorjaar alles in bloei en overheerst het groen, daar waar hoe langer het seizoen duurt, verdord geel de boventoon gaat voeren.

De beide grote eilanden worden gekenmerkt door een warme, droge zomer. In Cagliari, in het zuiden van Sardegna, valt de minste regen van Italië In de berggebieden valt gemiddeld meer neerslag dan elders. Dat het alleen in de Alpen zou sneeuwen is een sprookje. Ook in Midden Italië gaan de Romeinen 's winters in het weekend skiën in de Apennijnen of in de Gran Sasso van Abruzzo. Sneeuw vind je tot in Zuid Italië, zelfs op de Etna ligt sneeuw. Alleen de kust en het zuiden van Sicilië zijn nagenoeg gevrijwaard van sneeuw.

Bezienswaardigheden